Cegeka’s ondergrondse datacenter (en verdere optimalisatie met restwarmte)
Wat is restwarmte in een datacenter?
Explainer restwarmte
In een datacenter staan duizenden ‘computers’ die dag en nacht informatie verwerken. Daarbij verbruiken ze veel elektriciteit en worden ze warm, net zoals een laptop die hard moet werken.
Die warmte is geen doel op zich, maar een bijproduct van het draaien van de servers. Om te voorkomen dat alles oververhit raakt, moet een datacenter continu koelen. In veel gevallen wordt de warmte die daarbij vrijkomt gewoon naar buiten afgevoerd. Dat noemen we restwarmte: energie die wel wordt opgewekt, maar normaal gezien verloren gaat.
Die restwarmte kan echter perfect nuttig worden ingezet. In plaats van ze weg te blazen, kan men de warmte opvangen en gebruiken om huizen, kantoren of andere gebouwen te verwarmen, bijvoorbeeld via een warmtenet. Zo wordt energie die anders verspild zou worden toch zinvol gebruikt. Het resultaat is minder energieverbruik, een lagere CO₂-uitstoot en een duurzamer datacenter. Simpel gezegd: restwarmte hergebruiken is alsof je de verwarming niet langer laat ontsnappen door een open raam, maar ze inzet waar ze echt nodig is.
Zoals we ondertussen wel weten vreten datacenters energie en produceren bijgevolg enorme hoeveelheden restwarmte, die dus vaak ongebruikt de lucht in gaat.
In Finland bewijst men dat die restwarmte veel nuttiger kan dienen: steden koppelen datacenterwarmte aan hun warmtenet om huizen te verwarmen, waardoor fossiele energie én emissies dalen.
Cegeka
Recent kondigde Cegeka aan dat ze plannen heeft voor een nieuw, grootschalig datacenter in Limburg dat mogelijk zelfs volledig ondergronds gebouwd zou worden. Een unicum in België.
Een ondergronds datacenter biedt meerdere voordelen zoals betere isolatie en veiligheid (geen last van drones), potentieel lagere koel-energie-behoeften en minder visuele impact op de omgeving.
Cegeka heeft ook gecommuniceerd dat het bedrijf tegen 2026 zal draaien op 100% zelf opgewekte groene stroom en tegen 2030 klimaatneutrale clouddiensten wil aanbieden. Ik ga hier niet uitweiden over de term “klimaatneutraal” – dat is voor een andere keer. Maar: goed idee om zelf opgewekte energie te gebruiken.
Dus dat is alvast een stap in de goede richting. Omdat datacenters nu eenmaal veel elektriciteit gebruiken, zit een groot deel van hun CO₂-voetafdruk in de bron van die energie.
Het kan nog beter!
Afhankelijk van de locatie van het nieuwe datacenter kan Cegeka ook veel doen met de opgewekte restwarmte.
Door aansluiting op een warmtenetwerk of lokale industrieën kan die warmte gebruikt worden in plaats van verloren te gaan.
Dit is niet alleen technisch mogelijk, het gebeurt al elders in Europan maar draagt ook bij aan lokale energie-efficiëntie en minder fossiel gebruik in omliggende terreinen (industrie, housing, …)
In Vlaanderen wordt bijvoorbeeld gekeken naar slimme koppelingen tussen datacenters en warmtenetten, maar dat vergt goede ruimtelijke planning, lokale warmtevraag en infrastructuur. Lees zeker volgende post van Ingenium even: (en.ingenium.be)
Kritische bedenkingenen
1. Restwarmte benutting is geen vanzelfsprekendheid
Het wél of niet gebruiken van restwarmte hangt helemaal af van locatie en omgeving.
Een datacenter in een gebied zonder warmtenet of zonder clustering van warmtevragen kan nog steeds de warmte “wegblazen” — wat een gemiste kans is als we kijken naar wat men in Finland doet.
2. Energieconsumptie blijft een uitdaging
Ook hernieuwbare stroom afnemen of lokaal opwekken zegt niets over de totaalvraag naar elektriciteit — datacenters kunnen nog steeds veel energie vragen, vooral als ze AI-heavy workloads draaien. Zelfs als de stroom groen is, blijft er een vraag naar infrastructuur en netwerkcapaciteit.
3. Wat betekent dit voor de buurt?
Een ondergronds datacenter kan technische en ruimtelijke voordelen hebben, maar het kan ook impact hebben op lokale energie- en warmtenetplanning. Gemeenten zullen betrokken moeten worden om te zorgen dat eventuele warmte-koppelingen plaatsvinden waar het reëel technisch en economisch zinvol is.
Conclusie
Cegeka zet met het plan voor een ondergronds datacenter in Limburg een innovatieve stap in de Belgische datacenterwereld. In combinatie met hun groene stroom-ambities is dat positief nieuws. De echte duurzaamheidwinst komt pas als er wordt gedacht aan restwarmtebenutting en integratie met lokale energiesystemen.